Katten

Verzorging van uw kat

Informatie over uw kat

Wormen bij de kat

Worminfecties, met name spoelworminfecties komen bij de kat vaak voor. Infecties met spoelwormen hebben niet alleen gevolgen voor de gezondheid van de kat maar vormen ook een risico voor de gezondheid van de mens.

Spoelwormen

Spoelwormen zijn tot 18 cm lange, bleekroze wormen die in de dunne darm leven. Soms zijn ze zichtbaar als een soort “elastiekjes” in de ontlasting of braaksel. De spoelworm produceert erg veel eitjes die via de ontlasting van het dier de buitenwereld bereiken. In de eitjes ontwikkelen zich larven. Nu is het eitje besmettelijk geworden voor andere katten die de uitwerpselen besnuffelen. De besmetting verloopt via de bek als de kat bijvoorbeeld zijn pootjes aflikt. In de darm verlaten de larven de eitjes, ze ontwikkelen zich niet direct maar maken een trektocht door het lichaam. Bij oudere katten blijven de larven ergens in het lichaam steken en kunnen heel lang in een ruststadium aanwezig zijn.

Bij drachtige katten ontwaken de larven en kruipen naar de melkklieren. Via de moedermelk worden de kittens besmet, waardoor ze al op heel jonge leeftijd volwassen spoelwormen kunnen ontwikkelen.

Gevolgen van de spoelworminfectie

Een infectie kan symptoomloos verlopen maar toch schade veroorzaken. Hierbij kan men denken aan groeivertragingen, hoesten wanneer larven tijdens hun trektocht de longen bereiken en verstoppingen van de darmen door volwassen spoelwormen.
In het ergste geval kan de hond of kat overlijden door een scheur in de darmen bij een verstopping of door schade aan de lever en longen door passerende larven.Ook bij de mens kan een infectie met spoelwormen optreden door het oplopen van een besmetting in tuinen, plantsoenen, groenstroken en zandbakken. Kinderen lopen door hun speelgedrag een veel groter risico dan een volwassene. De larven ontwikkelen zich niet tot volwassen wormen maar maken wel hun trektocht door het lichaam en komen zo in verschillende weefsels en organen terecht. Daar kunnen kleine ontstekingshaardjes ontstaan.De meeste infecties verlopen zonder ziekteverschijnselen. Wanneer er wel ziekte- verschijselen optreden zijn dit vaak griep-achtige verschijnselen zoals moeheid, spierpijn en buikpijn. Ook kunnen kinderen longproblemen (CARA) krijgen.

Lintwormen

Katten worden vaak besmet met lintwormen. De eitjes van de lintworm worden opgenomen door vlooienlarven. Als deze vlooienlarven volwassen worden zoeken ze een kat op om zich te voeden. De kat bijt de vlo kapot en besmet zichzelf zo met een lintworm. Vaak heeft een kat hier niet veel last van en zijn de enige symptomen dat ze eipakketjes rond anus hebben. Deze lijken een beetje op een rijstkorrel . telkens als u deze ontdekt, moet de kat ontwormd worden. De grote lintworm, ook wel vosselintworm genoemd, komt niet zo vaak voor. Deze is echter voor de mens echt gevaarlijk. Daarom is ontwormen bij een lintwormbesmetting ook noodzakelijk.

Adviezen

  • Gebruik een kattenbak waar de kat zijn behoefte kan doen
  • Verwijder ontlasting die aan de haren van de dieren blijft hangen
  • Verschoon regelmatig de ligplaatsen van de kat
  • Sluit zandbakken af
  • Handen wassen na het buiten spelen
  • Ontworm katten regelmatig

Ontwormingsschema voor katten

  • Kittens: op twee, vier en zes weken, daarna iedere maand tot een leeftijd van zes maanden
  • Zogende poezen: tegelijk met de kittens
  • Volwassen katten: vier keer per jaar
  • Als u wormen gezien heeft: altijd ontwormen en twee weken later de ontworming herhalen

Vlooienbestrijding bij hond en kat

In Nederland zien we eigenlijk alleen nog maar kattenvlooien. Hondenvlooien zijn zeldzaam geworden. Een hond met vlooien is dan ook vrijwel altijd besmet met kattenvlooien. Vlooien veroorzaken jeuk en huidproblemen bij de dieren die ze infecteren. Daarnaast kunnen vlooien ziekten overbrengen.

Levenscyclus van de vlo

Eieren die door volwassen vlooien gelegd worden, vallen op de grond. Ze zijn klein, wit en ovaal met afgeronde uiteinden en zijn ongeveer een halve millimeter in doorsnede. De zwarte stipjes die op de hond of kat kunt vinden, zijn geen eieren maar vlooienpoepjes.

Afhankelijk van de omstandigheden komen de eieren in één tot tien dagen uit. Uit de eieren komen larven. De larven zijn smal, wit, met wat haartjes en twee tot vijf millimeter lang. De larven voeden zich met organisch materiaal uit de omgeving. Dit bestaat voor een belangrijk deel uit vlooienpoepjes en eieren. Volwassen vlooien die zich voeden, verteren niet al het bloed wat ze opnemen maar poepen een gedeelte weer uit. Deze ontlasting met onverteerd bloed wordt opgenomen door de larven van de vlooien. Dit is zelfs essentieel voor de ontwikkeling van de larven. Zodra de larven zich gevoed hebben met vlooienpoep en ander materiaal worden ze donkerder.

Larven houden niet van licht en kruipen diep weg in naden, kieren en vloerbedekking, of als het buiten is, onder gras, takken, bladeren, etc.). Na twee vervellingen, meestal binnen vijf tot elf dagen, wordt de larve een pop. Poppen zijn ongeveer een halve centimeter lang, wat wit van kleur, en plakkerig. Doordat ze plakkerig zijn blijft materiaal van de omgeving op de pop zitten en zijn ze beschut voor de omgeving. Door bepaalde stimuli zoals kooldioxide, warmte en trillingen komt de pop uit en ontstaat een volwassen vlo. Als er geen stimulus gevonden wordt, kan de pop meerdere weken tot maanden wachten op een gunstig moment om uit te komen. Dit is een belangrijke oorzaak voor de veel voorkomende vlooienplaag na de vakantie.

Onder de meest optimale omstandigheden kan de volledige cyclus in 12 tot 14 dagen doorlopen worden, maar als de omstandigheden minder gunstig zijn, kan het ook wel een half jaar duren voor de cyclus voltooid is. Onder gemiddelde omstandigheden zoals die in huishoudens gevonden wordt, duurt de cyclus drie tot acht weken.
Jong volwassen vlooien die net uit de pop gekropen zijn, hoeven zich niet direct te voeden. Zij kunnen een paar dagen overleven zonder bloed te zuigen. Zodra zij echter een geschikte gastheer gevonden hebben, beginnen zij in enkele seconden tot minuten te bijten en zich te voeden. Zodra ze zich gevoed hebben, paren ze in 8 tot 24 uur. Vrouwtjes vlooien beginnen dan binnen 24 tot 36 uur na de maaltijd met het leggen van eieren. Op de top leggen vrouwtjes ongeveer 40 tot 50 eieren per dag en in de eerste 50 dagen op de gastheer produceren de vrouwtjes ongeveer 1300 eieren! Hierna gaan de vrouwtjes minder eieren leggen, maar ze blijven meer dan 100 dagen eieren leggen. (Meer dan 90% van de vlooienpopulatie bevindt zich dus in uw huis en niet op het dier.) Om zoveel eieren te kunnen leggen, zuigen vlooien ongeveer 15 keer hun gewicht aan bloed per dag!

Dieren kunnen op verschillende wijze uiting geven van de aanwezigheid van vlooien

  • Er zijn dieren die totaal geen last lijken te hebben van vlooien.
  • Vooral bij kittens en puppies kunnen vlooien zoveel bloed zuigen dat deze bloedarmoede krijgen.
  • Als er in huis af en toe “rijstekorrels” gevonden worden, is dit een teken van een lintworminfectie. Bij katten komt dit regelmatig voor. De hond of kat wordt besmet met lintwormen door het opnemen van een geïnfecteerde vlo tijdens het “vlooien”. De vlo wordt verteerd en de lintworm komt in de darm uit en wordt een volwassen lintworm. De lintworm legt weer rijstkorrelvormige eipakketjes, waarna de eieren door de larven van de vlooien worden opgenomen. Vlooien zijn altijd nodig om de cyclus van de lintworm te voltooien. Als uw dier lintwormen heeft, moet deze ook vlooien hebben (gehad).
  • Gedragveranderingen in de vorm van plotseling opschrikken en weglopen, geïrriteerd reageren kunnen duiden op een vlooienbeet.
  • Bij katten kunnen vlooien een huidontsteking veroorzaken die zich uit in hele kleine korstjes verspreid over het lichaam, maar vooral in de nek, op de kop en op de rug. Vaak kunnen ook puistjes op de buik gevonden worden. Door krabben en likken zullen haren afbreken en kan plaatselijk kaalheid ontstaan.
  • Bij honden komen twee uitingsvormen veel voor. De zogenaamde hot spots en een chronische huidontsteking op de achterzijde van de rug boven de staart en vaak ook in de liezen en op de buik. De hot spots ontstaan door likken en bijten aan een net ontstane vlooienbeet. Vooral bij honden met een dichte vacht geeft dit een heftige jeuk en door het kapot likken een snel uitbreidende infectie van de opperhuid.

Bestrijding

Wanneer dieren uitwendig worden behandeld met een middel tegen vlooien en zich bewegen in de ruimte die met vlooien besmet is, zullen vlooien die op het huisdier springen worden gedood. Op deze wijze wordt de cyclus onderbroken en neemt de hoeveelheid vlooien in de ruimte geleidelijk af. Voorwaarde voor een goede bestrijding is dan wel dat het dier altijd precies op tijd behandeld wordt. Als dit niet correct plaatsvindt, ontwikkelen vlooieneitjes zich weer tot  vlooienlarven en vlooienlarven zich weer tot volwassen vlooien die eitjes leggen.

Vlooienbestrijdingsmiddelen worden onderverdeeld in twee groepen

  • Middelen tegen volwassen vlooien
  • Middelen die de ontwikkeling van eieren tot volwassen vlooien remmen (insectengroeiremmers of IGR’s)

De ontwikkeling van poppen naar volwassen vlooien valt niet te remmen. Dit zorgt ervoor dat met name aan het begin van de behandeling er toch nog nieuwe volwassen vlooien ontstaan en overlast kunnen geven. Als u kort na de behandeling toch geconfronteerd wordt met nieuwe vlooien is dat meestal een infectie met vlooien die zich net uit poppen hebben ontwikkeld. Dit is géén teken van resistentie of falen van de behandeling.

Er zijn zeer veel artikelen op de markt die betrekking hebben op vlooienbestrijding. Spijtig genoeg zijn een aantal van deze artikelen niet (meer) effectief. Voor een advies op maat kunt u het beste contact met ons opnemen.

Tekenbestrijding bij de kat

Tekenbestrijding bij de kat

Er zijn maar weinig middelen voor katten die goed werken tegen teken, zonder dat deze vergiftigingsverschijnselen geven.

Geef daarom ook nooit tekenmiddelen voor de hond aan uw kat! Mocht dit per ongeluk toch gebeuren: raadpleeg dan direct uw dierenarts!

Recentelijk is er een nieuw middel op de markt gekomen dat goed werkt tegen teken en vlooien bij de kat. Seresto is een band om de nek die acht maanden bescherming biedt tegen teken en vlooien.

Tekenbeet App

Het RIVM heeft de app 'Tekenbeet' gemaakt. Deze app is gratis te downloaden in de Google Play Store (Android) en in AppStore (voor iPhone). Met deze app kunnen mensen (ook buiten, zonder internetverbinding!) opzoeken hoe teken eruit zien en wat je moet doen om teken correct en snel te verwijderen. 

Castratie en sterilisatie bij de kat

“Castratie” betekent het wegnemen van de geslachtsklieren (eierstokken of testikels); “sterilisatie” betekent het afbinden van de eileider of zaadstreng. Vaak worden deze termen door elkaar gebruikt. In de diergeneeskunde voeren we vrijwel alleen castratie’s uit (ook bij de poes dus!) omdat bij een sterilisatie de poes gewoon krols blijft worden en de kater ongewenst gedrag blijft houden. Dit is vaak juist de reden om een dier te laten opereren.

Poes

Vrijwel alle poezen worden gecastreerd. Hiervoor zijn een aantal redenen:

  • Omdat een krolse poes de nachtrust van het baasje vaak verstoord.
    Een poes wordt gemiddeld eens in de drie weken krols. Dit duurt dan enkele dagen. In deze periode zijn poezen onvermoeibaar, dag en nacht, op zoek naar aandacht.
  • Om ongewenste nestjes te voorkomen.
    Ongecastreerde poezen die buiten lopen, worden meestal snel gedekt door een kater uit de buurt.
  • Om tumoren van de melkklieren te helpen voorkomen.
    Ongecastreerde poezen krijgen veel vaker last van tumoren van de melkklieren. Deze tumoren zijn bij de kat in 95% van de gevallen zeer kwaadaardig.

Het gebruik van de poezenpil wordt door ons afgeraden omdat dit het ontstaan van melkkliertumoren erg stimuleert. Gebruik van de poezenpil kan op jonge leeftijd al tumoren opwekken.

Poezen kunnen vanaf een leeftijd van ongeveer zes maanden gecastreerd worden. Dit is dus al voor de verwachte eerste krolsheid.

Kater

Ook vrijwel alle katers worden gecastreerd. De belangrijkste reden hiervoor is dat volwassen katers een zeer doordringende urinegeur krijgen. Daarnaast gaan veel katers deze lucht in huis verspreiden door overal te gaan ”sproeien”. Ze urineren dan overal tegenaan om hun territorium af te bakenen. Dit geeft een enorme stankoverlast en is ook niet best voor het meubilair. Ongecastreerde katers hebben ook een veel groter territorium dan gecastreerde katers. Doordat ze grote afstanden afleggen , is er een veel grotere kans op o.a. verkeersongelukken en bijtwonden van andere katten en honden.

Katers worden meestal gecastreerd rond de leeftijd van zes maanden. Als nadeel kan genoemd worden dat de stofwisseling iets veranderd, zodat sommige poezen en katers sneller (te) zwaar worden. Meestal is dit op te lossen door de hoeveelheid voer iets aan te passen.