Algemeen

Onze diensten en behandelingen

Algemene diensten en informatie

Veel eigenaren weten niet wat ze van een dierenartsbezoek kunnen verwachten. Ook zien ze niet altijd symptomen van een ziek dier. Op deze pagina vertellen we u hoe een operatie bij ons uitziet, vertellen we over sommige aandoeningen en meer over verzorging van uw huisdier. Heeft u vragen? Twijfel dan niet om contact met ons op te nemen. 

Operaties

In onze praktijk worden veel operaties uitgevoerd, variërend van castraties tot buik- en borstchirurgie, tumorchirurgie en orthopedie (bot- en gewrichtsoperaties).

De patiënten worden vaak ’s ochtends gebracht. Ze worden dan eerst goed onderzocht om eventuele risco’s uit te sluiten. Hierdoor is de kans op problemen tijdens de narcose veel kleiner. De narcose en de ingreep worden met de eigenaar besproken en er wordt afgesproken hoe laat de patiënt weer opgehaald mag worden. Wij geven alle dieren een narcose prik in de rug. De eigenaar blijft er dan nog even bij, zodat stress zoveel mogelijk voorkomen wordt.

Bij alle honden, en bij veel katten wordt een infuusnaald ingebracht zodat er makkelijk, veilig en snel narcosemiddelen of medicijnen gegeven kunnen worden. (Lees ook ons artikel over anaesthesie). Er wordt bij elke operatie aan een optimale pijnbestrijding gewerkt. Als de patiënt onder narcose is, wordt deze aangesloten op de bewakingsapparatuur en wordt er een buisje in de luchtpijp gebracht voor de beademing.

De operatieplaats wordt geschoren en gewassen zodat er hygiënisch gewerkt kan worden. Daarna wordt het operatiegebied steriel gemaakt. Voor elke operatie wordt een nieuwe steriele doek, mesje en hechtdraad gebruikt. De chirurg is gekleed in een steriele jas en steriele handschoenen, een wegwerp mondkapje, haarnetje en overschoenen voordat de operatiekamer betreden wordt. Tijdens de operatie wordt de patiënt zowel door de bewakingsapparatuur als door de assistente voortdurend gecontroleerd. De operatie wordt met zorg uitgevoerd en zo net mogelijk gehecht, bij voorkeur met onderhuidse, oplosbare hechtingen. Hierdoor is een kap na de operatie meestal overbodig. Wanneer de patiënt bijkomt uit de narcose, krijgt deze rustig de gelegenheid uit te slapen.

Gebitsproblemen

Ontstoken tanden en kiezen veroorzaken pijn. Dit laten onze huisdieren niet makkelijk zien, maar het is er wel degelijk.

In onze praktijk besteden we daarom veel aandacht aan de preventieve gebitsverzorging van onze katten en honden. Ontstaan er toch problemen dan beschikken wij over zeer uitgebreide ervaring voor de behandeling van het gebit van uw hond of kat.

Veilige narcose

Om een gebit goed en volledig te kunnen behandelen, ook achterin en aan de binnenzijde van de kiezen, is het noodzakelijk dat uw dier hiervoor onder narcose wordt gebracht. Dit is tevens om angst en pijn te voorkomen. Wij beschikken hiervoor over zeer uitgebreide ervaring en de meest geavanceerde apparatuur om uw huisdier tot op hoge leeftijd veilig onder narcose te kunnen brengen.

Dentale röntgenfoto’s

Wij raden altijd aan om ook dentale röntgenfoto’s te maken, omdat een groot deel van de problemen niet met het blote oog zichtbaar is. We voorkomen zo dat er problemen gemist worden.

Chirurgische extracties

Zijn extracties van tanden of kiezen noodzakelijk? Dan voeren wij deze altijd chirurgisch uit, zodat er minder kans is op complicaties, uw huisdier minder pijn ervaart na de ingreep en sneller herstelt. Dit is ook belangrijk bij de behandeling van resorptieletsels bij katten, de zogenaamde FORL.

Preventie

Net als bij mensen is het bij uw hond en kat van belang de tanden en kiezen gezond en schoon te houden. Het ontstaan van tandplaque en ontstekingen in de mond kunt u helpen voorkomen door:

Tanden poetsen

  • Heeft absoluut de voorkeur en de beste resultaten
  • Elke dag op een vaste tijd, bijvoorbeeld voor de maaltijd
  • Combineer dit met speciale tandpasta voor dieren
  • Wij helpen u graag om het aan te leren

Speciale voeding

  • Deze brokken hebben door de speciale vorm een schurende werking
  • Bevat daarnaast actieve ingrediënten die tandplaque helpen voorkomen
  • Eerste maand 50% korting
  • Spaarsysteem voor 10% aanvullende korting
  • Lid van het Dier en Zorgplan? Nogmaals 10% extra korting

Kauwstaven, mondwater en verzorgingsgel
 

Anasthesie

In onze praktijk wordt zeer veel zorg besteedt aan de anasthesie. Hiervoor is veel geïnvesteerd in kennis en in de modernste apparatuur. Hierdoor zijn wij in staat het risico dat iedere narcose met zich meebrengt zo klein mogelijk te houden.

Iedere patiënt wordt voor de anasthesie grondig nagekeken. De meeste patiënten (en sowieso alle risicopatiënten) krijgen een infuusnaald ingebracht zodat er snel medicijnen gegeven kunnen worden als dit nodig is. De meeste patiënten worden geïntubeerd. Er wordt dan een buisje in de luchtpijp geplaatst waardoor de ademweg altijd vrij is en direct alle ademgassen gecontroleerd worden. Ook kan er tot kunstmatige beademing worden overgegaan als dit nodig mocht zijn. Daarnaast krijgt iedere patiënt onder anasthesie altijd nog eens extra zuurstof toegediend.

Tijdens de anasthesie worden alle ademgassen, de hoeveelheid ademhalingen, de hartslag, een hartfilm, de temperatuur en de zuurstofvoorziening in het lichaam continue gecontroleerd en geregistreerd. Als hier afwijkingen in voorkomen wordt de anasthesie aangepast, ver voordat de patiënt in de problemen komt.

Echografie en ECG

Bij sommige patiënten is het nodig een echografie te maken. Met name afwijkingen in de buikholte en het hart zijn met een echo goed te onderzoeken. Hiervoor hebben wij een modern echoapparaat en is er veel geïnvesteerd in nascholing op dit gebied. De patiënt hoeft voor dit onderzoek niet onder narcose en de eigenaar kan bij het onderzoek meekijken.

De resultaten en een eventuele behandeling worden direct besproken. Om hartritmestoornissen goed te kunnen onderzoeken is het vaak nodig om een hartfilmpje (ECG) te maken. Dit gebeurt gelijktijdig met het maken van de echografie.

Röntgenonderzoek

In onze praktijk worden veel röntgenfoto’s gemaakt. Hierdoor kunnen afwijking in beeld gebracht worden die met het blote oog niet zichtbaar zijn. Met name afwijkingen van het skelet en de borstholte kunnen zo goed zichtbaar gemaakt worden.

Om afwijkingen van het gebit goed in beeld te kunnen brengen, hebben wij een apart tandheelkundig röntgenapparaat. Zie ook gebitsproblemen.

Al onze röntgenfoto’s worden beoordeeld door een onafhankelijk radioloog. Hierdoor bent u ervan verzekerd dat de kwaliteit van de foto’s optimaal is en dat alle informatie uit de foto tot in de kleinste details ook daadwerkelijk gediagnosticeerd wordt.

Nieren en nierfalen

Vrijwel alle dieren worden geboren met twee nieren, waarvan de een links in de buik tegen de rug aanligt en de andere iets meer naar voren, iets meer tussen de ribben, aan de rechterkant tegen de rug aan. De buitenkant van de nieren bestaat voornamelijk uit nierschors. Verder naar binnen ligt het niermerg, het nierbekken en de afvoer van de urine geschiedt door de ureter. De ureter is het buisje van de nieren naar de blaas. Hier zijn er dus twee van, Één voor de linker nier en één voor de rechter nier. Ongeveer een kwart van het bloed dat door de grote lichaamsslagader stroomt, gaat de nieren. Dat geeft al aan hoe belangrijk de nierfunctie voor het lichaam is. Vanuit de nierslagaderen vertakken zich weer kleinere slagadertjes totdat ze bij de glomeruli komen. De glomeruli zijn eigenlijk de “zeef”’-eenheden van de nieren. Hier wordt een gedeelte van het bloed door geperst, waardoor een vloeistof ontstaat die de basis gaat worden van de urine. Deze voorurine wordt opgevangen en door een buizenstelsel gevoerd, die tubuli genoemd worden. In het eerste deel van deze tubuli worden nog veel bruikbare stoffen uit de voorurine teruggehaald. Op deze wijze wordt voorkomen dat er teveel bouwstoffen en belangrijke zouten verloren gaan. In het deel van de tubuli dat door het niermerg loopt wordt de voorurine geconcentreerd. Hier wordt een groot gedeelte van het water uit de voorurine teruggewonnen. Hierna ontstaat de urine, zoals die uitgeplast wordt. Deze urine komt via een stelsel van steeds grotere verzamelbuisjes in het nierbekken terecht. Dit nierbekken is bij gezonde dieren nog steeds erg klein, ongeveer 1-2 mm breed. Vanuit dit nierbekken gaat de urine via de ureteren naar de blaas.

Welke functies hebben de nieren en wat gaat er mis bij nierfalen?

  • Voorkomen van uitdroging
    Bij veel aandoeningen van de nieren worden de tubuli, die normaal gesproken zorgen voor het concentrerend vermogen van de nieren, beschadigd of minder functioneel. Om dit concentrerend vermogen van de nieren te controleren wordt van de urine het soortelijk gewicht bepaald. Hiermee wordt gemeten hoe geconcentreerd de urine is. Deze waarde is ook sterk afhankelijk van vocht het dier heeft opgenomen. Omdat de meeste dieren ’s nachts minder drinken dan overdag, is ochtendurine in het algemeen betrouwbaarder dan de urine die overdag wordt opgenomen. Nog betrouwbaarder is de bepaling en een aantal monsters ochtendurine. De meest geconcentreerde waarde geeft ons dan de beste informatie.
  • Uitscheiden van afvalstoffen
    De glomeruli in de nier hebben een soort zeeffunctie. Afvalstoffen worden via deze zeef uit het bloed geperst en zo in de urine uitgescheiden. Deze afvalstoffen zijn zowel in het bloed als in de urine te bepalen. Meestal wordt echter volstaan met een bepaling in het bloed. De belangrijkste afvalstoffen die in het bloed gemeten worden zijn het creatinine, ureum en anorganisch fosfaat.

Creatinine is een afvalstof uit de stofwisseling van spiereiwitten. Uit de (normale) afbraak van spiereiwitten ontstaat creatinine, dat uit de spieren aan het bloed wordt afgestoten. Dit wordt via de glomeruli uit het bloed geperst en daarna via de urine uitgescheiden. Als er geen sprake is van verhoogde spierafbraak is het gehalte aan creatinine in het bloed een hele goede maat voor de functie van de glomeruli in de nieren. Bij een laag gehalte aan creatinine in het bloed is er meestal een goede zuivering van het bloed en bij een hoog gehalte een slechte zuivering. Als de nierfunctie geleidelijk aan achteruitgaat blijft het creatinine gehalte in het bloed nog erg lang laag. Pas als ongeveer de helft van de nierfunctie verloren is gegaan, begint het creatinine gehalte duidelijk te stijgen. Bij honden komt het creatinine gehalte dan boven de 60+ 1,2 x het lichaamsgewicht μmol/l en bij katten boven de 140 μmol/l. Als de nierfunctie dan nog verder achteruitgaan, gaat het creatinine gehalte wel steeds sneller stijgen. Omdat het creatinine gehalte zo mooi overeen komt met de functie van de glomeruli, wordt het creatinine gehalte ook gebruikt om als basis te dienen voor de indeling van stadia van nierfalen.

Parasieten

Voor eens en altijd duidelijkheid over ontwormen hond en kat

Met de parasietenbestrijding bij huisdieren is het maar droevig gesteld. De meerderheid van de Nederlandse honden en katten zijn niet voldoende beschermd tegen parasieten. Recessie en gevolgen van klimaatveranderingen verhogen het risico op infectie en ziekte bij mens en dier, die veroorzaakt worden door verschillende parasieten.

ESCCAP

De Europese organisatie ESCCAP (European Scientific Counsel Companion Animal Parasites) bestaat uit een groep dierenarts-parasitologen en is opgericht vanwege het ontbreken van een eenduidig Europees beleid op het gebied van parasietenbestrijding bij huisdieren. ESCCAP geeft actuele informatie en ontwikkelt uniforme richtlijnen voor parasietenbestrijding bij hond en kat en zorgt voor een brede verspreiding. ESCCAP is een non-profit organisatie die zich bezig houdt met het verstrekken van duidelijke en zinvolle informatie voor dierenartsen en eigenaren met het doel de relatie tussen huisdier en eigenaar te versterken. Ook richt ESCCAP zich op de voorlichting over parasietenbestrijding bij huisdieren. De ESCCAP Richtlijnen geven een overzicht van de verschillende situaties in Europa met de nadruk op de belangrijkste verschillen tussen parasieten in de verschillende delen van Europa. Daarnaast worden er specifieke aanbevelingen gegeven over te nemen bestrijdingsmaatregelen. 

Laboratoriumonderzoek

De meeste bloed- en urineonderzoeken kunnen we direct zelf uitvoeren. Klaar terwijl u wacht! U hoeft meestal geen nieuwe afspraak te maken voor deze onderzoeken. Uw dier wordt hierdoor een extra (stressvolle) rit naar de dierenarts bespaard en de uitslag is meteen bekend. Sommige onderzoeken moeten worden opgestuurd naar een laboratorium. De uitslag wordt dan zo spoedig mogelijk telefonisch doorgegeven.

Weefselonderzoek of uitstrijkjes worden altijd geadviseerd bij dieren met een verdenking op een tumor. Hierdoor kunnen wij u beter en specifieker advies geven over een eventuele vervolgbehandeling.

Overgewicht

In Nederland heeft bijna de helft van onze huisdieren in meer of mindere mate last van overgewicht. Deze dieren lopen hierdoor een verhoogd risico op bijvoorbeeld suikerziekte, hartaandoeningen, huidklachten, gewrichtsproblemen en ademhalingmoeilijkheden.

Uw huisdier is waarschijnlijk te zwaar als u de ribben niet meer kunt voelen en als de taille verdwenen is. Vaak ook krijgen te zware dieren last van een verminderd uithoudingsvermogen, kunnen minder goed lopen, slapen veel en zijn minder vrolijk.

Er zijn meerdere oorzaken voor het ontstaan van overgewicht:

  • Te veel eten
  • Onvoldoende lichaamsbeweging
  • Sterilisatie/Castratie (hierdoor verandert de stofwisseling)
  • Leeftijd (oudere dieren hebben minder calorieën nodig)
  • Medische aandoening (zoals bijvoorbeeld een tekort aan schildklierhormoon)
  • Ras. Sommige hondenrassen zoals Labrador Retrievers, Beagles, Cairn Terriers en Cocker Spaniels hebben meer aanleg om dik te worden

Onze assistentes begeleiden eigenaren bij het laten af vallen van een te zwaar huisdier. Hiervoor wordt een speciale dieetvoeding gebruikt waardoor het dier zonder honger te lijden, toch afvalt. Deze begeleiding is geheel kosteloos.

Veelvoorkomende vergiftigingen

Chocolade, koffie en thee

De theobromine in chocolade en de caffeine in koffie en thee behoren tot een groep van methylxanthinen. Deze stoffen worden bij de hond veel trager uitgescheiden dan bij mensen. Honden zijn daardoor veel vatbaarder voor vergiftigingen. Vergiftigingen komen tot uiting door het maken van meer geluid, overactiviteit, een snelle hartslag, diarree en soms braken. In ernstige gevallen overlijden de dieren. Met name honden vinden chocolade erg smakelijk, de kans op vergiftigingen met chocolade is dan ook erg groot. Donkere en pure chocolade bevat veel meer theobromine dan melkchocolade. Witte chocolade bevat heel erg weinig theobromine. Als uw hond chocolade heeft gegeten, is het verstandig zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de praktijk. Als er nog geen vergiftigingsverschijnselen zullen wij de hond een braakmiddel geven om de hoeveelheid chocolade die het lichaam binnen komt zo klein mogelijk te houden. Als er vergiftigingsverschijnselen zijn, moeten die worden behandeld. Het is echter niet zo dat er een specifiek tegengif voor chocolade bestaat. Voorkomen is daarom altijd beter dan genezen.

Lelies

Alle lelie-achtigen zijn zeer giftig voor katten. Alle onderdelen van de planten zijn giftig voor katten en zelfs het drinken van het water waar de planten in staan, kan al vergiftigingsverschijnselen oproepen. Mocht u zien dat uw kat aan lelies geknauwd heeft, stuifmeel gelikt of van het water heeft gedronken, moet u direct contact opnemen met de praktijk. 
De vergiftigingsverschijnselen beginnen meestal met braken en gaan erg snel over in een zeer ernstig en levensbedreigend nierfalen. Hoe eerder met de behandeling begonnen wordt, hoe gunstig de afloop kan zijn.
Aangezien veel katten spontaan aan bloemen eten, is ons advies om nooit lelies te kopen als u katten heeft. Hoe mooi de bloemen ook zijn.

Paracetamol

Paracetamol is een veel gebruikte pijnstiller bij mensen. Vrijwel iedereen heeft het in huis. Veel mensen zijn dan ook geneigd paracetamol aan hun dieren te geven. Honden en katten hebben echter een totaal ander mechanisme om paracetamol af te breken dan mensen. En juist bij de omzetting van paracetamol ontstaan bij de hond en kat zeer giftige producten. Bij honden worden vergiftigingsverschijnselen gezien als er meer dan 100 mg per kg lichaamsgewicht aan paracetamol wordt opgenomen. Voor een hondje van 5 kg is één tablet paracetamol dan ook al giftig. Voor grotere honden blijft het risico beperkt mits de hond maar eenmalig paracetamol heeft gehad. Omdat honden de paracetamol slecht afbreken en met name de afbraakprodukten giftig zijn, stapelen de giftige stoffen zich op als de paracetamol vaker gegeven wordt. Bij katten is de situatie nog ernstiger. Katten zijn nog gevoeliger voor paracetamol dan honden. Voor een kat kan een kwart tablet van 500 mg paracetamol al vergiftingen geven. Geef daarom nooit paracetamol aan uw huisdieren. Mochten zij per ongeluk toch een tablet hebben opgenomen, neem dan zo snel mogelijk contact met ons op.

Ibuprofen

Ook ibuprofen is een veel gebruikte pijnstiller bij mensen. Het is ooit ook gebruikt als pijnstiller bij honden. De dosering waarin het werd voorgeschreven was veel lager dan de dosering die bij mensen gebruikelijk is. Toch gaf de lage dosering al erg veel bijwerkingen zoals maagzweren en maagperforaties bij honden.  Om deze reden is besloten ibuprofen niet meer aan honden te geven. Ibuprofen is nooit als middel voor katten op de markt verschenen. Katten zijn namelijk nog veel gevoeliger voor ibuprofen dan honden.

Overige pijnstillers

Er is ook een geval beschreven van een hond die overleden is na het krijgen van diclofenac. Een pijnstiller die door de apotheek verkeerd werd meegegeven. Het mag duidelijk zijn dat wij u sterk afraden om medicijnen die voor mensen bedoeld zijn, aan uw huisdieren te geven. De kans dat dit misgaat is te groot om dit te kunnen verantwoorden.

Zout

Grote hoeveelheden zout zijn giftig voor honden. Dit kan in de winter optreden bij het oplikken van strooizout. Het komt echter vaker voor dat mensen hun hond zout geven om hem te laten braken. Een aantal jaren geleden werd dit advies ook door dierenartsen gegeven om braken op te wekken. Dit is echt achterhaald. Het geven van zout om de hond te laten braken geeft een grote kans op het overlijden van de hond door het zout als deze niet mocht gaan braken. Ons advies is dan ook om dit nooit te doen.

Kauwgom

Xylitol in kauwgom geeft ernstige vergiftigingsverschijnselen. Ondertussen hebben wij ook al ervaring met vergiftigingen van honden na het opnemen van kauwgom met een andere zoetstof dan xylitol. In alle gevallen daalt het bloedsuiker van de hond na het eten van kauwgom tot gevaarlijk lage waarden. Dit kan zelfs een aantal dagen aanhouden. Xylitol kan ook leverfalen en bloedingen tot gevolg hebben. Mocht uw hond kauwgom gegeten hebben, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de kliniek. Wij zullen proberen de hond te laten braken als deze daar nog fit genoeg voor is. Het glucose gehalte in het bloed moet gecontroleerd worden. Als het glucosegehalte in het bloed te laag is, moet de hond aan het infuus met glucose tot het gehalte normaal is en normaal blijft. Deze controles zijn behoorlijk arbeidsintensief, omdat deze zeer regelmatig moeten gebeuren. Dit kan enkele dagen duren en het kan dan nodig zijn om de hond door te sturen voor intensive care opname naar Amsterdam of Utrecht.

Uien en knoflook

Inname van uien en ui-achtigen, zoals knoflook, lijdt bij honden en katten tot beschadiging van de rode bloedcellen. Een vergifiting kan bloedarmoede, slechte eetlust, braken en diarree geven. Vooral katten zijn zeer gevoelig voor een uienvergiftiging.

Druiven en rozijnen

Kleine hoeveelheden druiven en rozijnen kunnen ernstige vergiftigingen geven bij honden. De stof die verantwoordelijk is voor de vergiftiging is ondanks onderzoek nog niet gevonden. Toch zijn de gevolgen zeer ernstig. Bij 40% van de honden lijkt de opname van druiven en rozijnen niet tot de vergiftiging te lijden. Van de honden die wel verschijnselen van vergiftiging vertonen, overlijdt 50-75%. Van deze honden is de nierfunctie zeer ernstig beschadigd. Iedere hond die druiven of rozijnen heeft gegeten, moet dan ook intensief behandeld worden. Als er afgewacht wordt tot de hond vergiftigingsverschijnselen gaat vertonen, is de kans erg groot dat het dier ondanks de behandeling zal komen te overlijden.

Avocado’s

Hoewel avocado’s door veel mensen als een lekkernij worden beschouwd, zijn deze giftig voor vogels, vissen en honden. Deze dieren ontwikkelen hartfalen door een hartspierontsteking. Als er eenmaal een hartspierontsteking is ontstaan, is de prognose zeer zorgelijk.

Macadamia noten

Opname van deze noten kan neurologische problemen geven. De dieren worden sloom en zwak, met name in de achterpoten. Ze kunnen braken, trillen en een verhoogde lichaamstemperatuur krijgen.
Het is onduidelijk welke gifitge stof dit veroorzaakt. In de meeste gevallen gaan de verschijnselen weer vanzelf over. Tot nog toe zijn er geen stergevallen door het eten van de noten bekend.

Hop

Voor de zeldzame hobbyist die zelf zijn bier wil brouwen; het afval van het brouwen dat hop bevat is giftig voor honden. Deze dieren krijgen een zeer hoge lichaamstemperatuur (vaak meer dan 41°C), buikpijn en rusteloosheid. Zonder intensieve zorg zullen alle dieren overlijden, met intensieve zorg is er een kans de hond het overleeft.

Een nieuwe pup of kitten in huis

Het eerste jaar van uw nieuwe huisgenoot is bepalend voor alle jaren daarna:

  • Extra investering op jonge leeftijd geeft jarenlang plezier en voorkomt problemen.
  • Een te snelle groei zorgt voor gewrichtsproblemen op latere leeftijd.
  • Problemen met wisselen kan voor blijvende schade aan het volwassen gebit zorgen.
  • Niet tijdig ontwormen geeft gezondheidsrisico's voor uw gezin en uw omgeving.
  • Wat is wijsheid betreffende het vaccineren? wij adviseren hierin graag op maat.
  • Ruimte voor al uw vragen doordat we extra tijd inplannen.

 

Konijnen en knaagdieren

Gebitsproblemen bij konijn en knaagdieren

Bij konijnen en knaagdieren komen regelmatig gebitsafwijkingen voor. Bij deze dieren groeien de tanden en kiezen continue door en slijten op elkaar af. Door verschillende oorzaken (leeftijd, voeding, trauma) kan het voorkomen dat de tanden of kiezen niet meer precies tegenover elkaar staan. Hierdoor worden de snijtanden te lang en ontstaan scherpe punten op de kiezen die in de wang of de tong gaan groeien. Dit gaat natuurlijk pijn doen. Deze dieren gaan aanvankelijk alleen nog maar lekkere dingen eten en stoppen uiteindelijk helemaal met eten.

Op de bovenstaande figuur is aangegeven hoe deze afwijking tot stand komt. De standsafwijking blijft altijd aanwezig en neemt in de loop van de tijd toe. Dit heeft tot gevolg dat de haken op de kiezen vaak in een steeds korter wordende periode ontstaan. Zodra u merkt dat uw dier slechter gaat eten is het verstandig zo snel mogelijk het gebit te laten controleren. Tot die tijd doet u er goed aan bij te voeren. Dit kan met tijdelijk met babyvoeding zoals bijvoorbeeld met een potje Olvarit groentehapje.

Enten van konijnen

Konijnen zijn zeer gevoelig voor drie belangrijke infectieziekten; Myxomatose en VHD (Viraal Haemorrhagisch Syndroom) en VHD2. Er is een nieuw konijnenvaccin op de markt gekomen die uw konijnen een veel betere bescherming biedt dan het vaccin dat tot nu toe gebruikt werd. Dit vaccin werkt een jaar, waardoor uw konijn nog maar een keer per jaar geënt hoeft te worden. Daarnaast hoeven we ook niet meer 10 konijnen tegelijk te enten, maar kunt u op altijd een afspraak maken op een moment dat u dat schikt.

Myxomatose

Myxomatose is een aandoening die door stekende insecten zoals muggen, vlooien en bepaalde vliegen wordt overgebracht. Ook is besmetting door direct contact of materialen zoals voer- en drinkbakken mogelijk. Na een paar dagen tot een week na de besmetting komen de eerste symptomen. De oren en de oogleden beginnen te zwellen en er ontstaan bobbels in de huid op de kop en rond de anus. Na korte tijd krijgen de konijnen pussige oog- en neusuitvloeiing. Als de konijnen eenmaal geïnfecteerd zijn is alleen een symptomatische behandeling mogelijk. Het virus zelf is niet met medicijnen te bestrijden. De meeste konijnen zullen dan ook overlijden. Omdat een genezing van myxomatose een uitzondering is, is het verstandig preventieve maatregelen te nemen. In de eerste plaats kan men proberen het konijnenhok insectenvrij te houden. Toch valt het resultaat hiervan tegen. In de tweede plaats kunnen konijnen gevaccineerd worden tegen myxomatose. De eerste vaccinatie moet dan in het voorjaar (april, begin mei) plaatsvinden, omdat dan de insecten in opkomst zijn. Voor dieren die altijd buiten gehouden worden en in warme, vochtige zomers met veel insecten is het verstandig in augustus een herhalingsvaccinatie te geven.

VHD

VHD is een virusinfectie die vaak snel en heftig verloopt. Het virus verspreidt zich door middel van ontlasting, direct contact met besmette dieren en materialen. De konijnen krijgen binnen enkele dagen koorts, worden lusteloos en sterven meestal binnen enkele dagen tot twee weken. Soms gaat de ziekte zo snel dat dieren dood worden aangetroffen zonder dat er ziekteverschijnselen zijn waargenomen. 

Warme dagen

Let u op de warme dagen ook extra op uw konijnen. Vooral als de ontlasting aan de achterkant blijft plakken, zetten bepaalde vliegen eitjes af op de huid van het konijn. Hier komen maden uit, die de huid zodanig aan kunnen tasten, dat levensgevaarlijke situaties optreden. Controleer dan ook dagelijks uw konijnen rondom de staart. Mocht er ontlasting aan zitten, maak dit dan zo snel mogelijk schoon en droog en houd het konijn voorlopig binnen. Als u maden ziet, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw dierenarts.

Voeding van het konijn

Pelletvoeding

Geperste brokjes; 20 tot maximaal 40 gram voer per kg konijn per dag. In principe is ieder soort pelletvoeding voor konijnen geschikt met minimaal 18% ruwe vezels en maximaal 16% ruw eiwit. Eventueel kan een deel van de pellets vervangen worden door boerenkool, bloemkool, bietenloof, wortelen met loof, lof, andijvie, paardebloembladeren, weegbree, appels, beuk of wilg.

Hooi

Altijd ter vrije beschikking. Dit werkt ook preventief op het krijgen van haarballen.

Geen kool, sla of klaver geven

Dit geeft teveel gasvorming in de darmen.

Gemengd konijnenvoer kan het beste vermeden worden

Konijnen zullen alleen de lekkere dingen eruit eten. Vooral de granen zijn dan erg in trek. Het konijn krijgt naar verhouding te veel granen binnen en te weinig Calcium. Met name voor de kwaliteit van het gebit kan dit schadelijk zijn. De kaak wordt dan te zacht om goed steun te geven aan de harde kiezen. De kiezen kunnen dan schever komen te staan, met haken aan de kiezen en wonden in de mond tot gevolg. Als dan toch gemengd konijnenvoer gevoerd wordt, mag er slechts beperkt gevoerd worden. Het konijn moet dan alle grondstoffen wel opeten. Als richtlijn wordt dan 30 g/kg/dag gemengd voer aangehouden worden. Als het konijn dit niet allemaal op eet, moet minder gemengd voer gegeven worden.

Acute diarree

Bij acute diarreekan het verstandig zijn om de eerste dagen alleen hooi en water te geven, op voorwaarde dat het konijn gewend is om hooi te eten. Bij dieren die niet gewend zijn om hooi te eten, moet de hoeveelheid pellets geleidelijk verminderd worden. Begin dan met 40 g/kg/dag pellets en bouw dit langzaam af tot de keutels normaal worden. Het konijn gaat zelf (meer) hooi eten als de hoeveelheid pellets vermindert. Als de keutels weer normaal zijn, kan geleidelijk begonnen worden de hoeveelheid pellets weer wat op te voeren. Het duurt ongeveer twee tot vier weken voor een voerverandering ook verandering van de keutels geeft, dus het is een kwestie van volhouden.